Het gaat bij leiden niet om iets weten,
de kennis maakt opgeblazen. (1 Kor 8:1) Ook het idee dat zodra iemand
op een positie komt hij of zij instant wijsheid van God ontvangt is
niet bijbels. We zien dat de kennis van Mozes (wat hij in Egypte
geleerd heeft) hem niet tot leiderschap bracht. En Jozef heeft zijn
kennis van leiderschap en inzicht niet plotseling ontvangen toen hij
de positie kreeg van onderkoning. Hij bezat de ervaring en inzicht
van leidinggeven al voor die tijd.
Leiden en onderwijzen zijn
eigenschappen en gaven die God ontwikkeld in een leven door
omstandigheden en situaties. Hier kan kennis wel een onderdeel van
zijn (zoals bij Mozes) maar dat is niet doorslaggevend. En ook een
zwaar leven of bepaalde ervaring (zoals bij Jozef) is geen garantie
dat iemand een goede leider is/wordt.
Ook het in het nieuwe testament lezen
we hierover. We zien bij Petrus dat hij een arbeiders verleden heeft
met weinig kennis (Mark 1:16). Maar als we zijn brieven lezen en wat
hij predikt (in Handelingen 2) wordt ons duidelijk dat hij het
onderwijs van Christus zeer ter harte heeft genomen. Toch is het niet
zijn arbeidsverleden, zijn kennis of geestelijke status (als
discipel) die hem tot leider gemaakt hebben maar zijn geloof
in Christus, het onderwijs van Christus en de werking van de Heilige
Geest door hem heen. Hij is door God geroepen en onderwezen, en de
Heilige Geest geeft hem inzicht daaruit komt ook de autoriteit van
Petrus voort.
En de apostelen
en de ouderlingen kwamen bijeen om deze zaak te bezien. En toen
daarover een heftige woordenstrijd ontstond, stond Petrus op en zei
tegen hen: Mannenbroeders, u weet dat God lang geleden onder ons
mij uitgekozen heeft, zodat de heidenen uit mijn mond het woord van
het Evangelie zouden horen, en zouden geloven. En God, de Kenner van
de harten, heeft getuigenis aan hen gegeven door hun de Heilige Geest
te geven, evenals aan ons; en Hij heeft geen onderscheid gemaakt
tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.
Welnu dan, waarom verzoekt u God door een juk op de hals van de
discipelen te leggen dat onze vaderen en ook wij niet hebben kunnen
dragen? Maar wij geloven door de genade van de Heere Jezus Christus
op dezelfde wijze zalig te worden als ook zij. En heel de menigte
zweeg, en zij hoorden Barnabas en Paulus vertellen wat voor grote
tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. Hand
15:6-12
Paulus was fanatiek en daardoor op weg om
leider te worden binnen zijn Farizeeër gemeenschap. Hij had alle
kennis maar daar heeft hij volledig afstand van gedaan. (Fil 3:8)
Want zijn kennis was onvolkomen en opgeblazen. Toch is deze kennis
door God gebruikt in zijn leiderschap. We zien in zijn brieven hoe
Paulus geleerd heeft te instrueren en redeneren. En ook hoe hij
bruggen slaat tussen de cultuur waarin ze leven en hoe God wil hoe
mensen daar mee omgaan .
Ben ik dan uw
vijand geworden door u de waarheid te zeggen? Zij beijveren zich niet
met goede bedoelingen voor u, maar zij willen ons uitsluiten, opdat u
zich voor hen zou beijveren. Nu is zich te beijveren voor het goede
altijd goed, en niet alleen als ik bij u ben,mijn lieve kinderen, van
wie ik opnieuw in barensnood ben totdat Christus gestalte in u
krijgt. Gal 4:16-19
Beiden hebben een hart voor een gezonde
gemeenschap en ze hebben daar alles voor over. En beiden staan ze
voor wat ze geloven en het inzicht dat ze van God ontvangen hebben.
Verder kijken dan een lijstje
Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht. Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid.1 Tim 3: 2-4
Een leider door God gegeven heeft
eigenschappen die we allemaal op kunnen dreunen als we ooit hebben
bestudeerd hoe opzieners/oudsten moeten zijn. Juist die kennis kan
heel erg aan de oppervlakte blijven. Het zijn woorden die we
makkelijk invullen naar ons eigen idee erover. Of die vorm krijgen
binnen de eigen kerk-cultuur.
Zo wordt betrouwbaar: 'altijd aanwezig
bij elke kerkdienst'.
En geen ruzie maken wordt 'niet
kritisch op de leiders zijn'.
Beheerst wordt een soort 'minzame
deugdzaamheid'.
Heilig wordt 'alle kerk-regels volgen'
Onderwijzen wordt 'belangrijke
bijbelteksten op kunnen dreunen' en/of 'vaak getuigen'.
Een valkuil is in evangelisch,
pinkster- en charismatische gemeenten is dat iemand som uiterlijk
veel geestelijk vertoon kan hebben maar toch niet vanuit Gods Geest
handelt. Dan horen we geestelijk woorden zonder inhoud zonder kracht. (2 Tim 3:5)
Wie opgroeit in een christelijke
evangelische gemeenschap weet dat ook deze gemeenschap zijn eigen
taal heeft (zoals de 'tale Kanaäns'). Zo is iemand 'helemaal in de
Heer' of 'diep geestelijk bezig' maar als we kijken in de
bijbel vinden we dit helemaal niet terug. Elke generatie en
gemeenschap heeft nou eenmaal zijn eigen cultuur ontwikkeld, zo ook
de evangelische gemeenten. En dus kan het dan gebeuren dat je van
leiders geestelijke taal hoort en er toch werkelijk geestelijk leven
mist (lees: ze zijn in het vlees bezig Rom 8:5).
Veel Opwekking zingen maakt iemand niet
geestelijk, net zo min als veel Johannes de Heer liederen zingen. In
tongen spreken of veel bidden kunnen ook heel gemakkelijk gebruikt
worden om aanspraak te maken op 'geestelijk bezig zijn' terwijl het
gebrek aan visie en Gods leiding kan verbergen. Een positie als
schoonmaker in de kerk of jeugdleider geeft je niet automatisch het
etiket dat je met geestelijk inzicht kunt handelen. Net zo min hoe
vaak je getuigenis geeft of dat je ook de gebedsbijeenkomsten
bezoekt. Het doen van geestelijke dingen staat niet gelijk aan het
hebben van geestelijk leven en dat zien we het duidelijkst als Jezus
het leiderschap aanspreekt van Zijn tijd.
Wee u,
schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de
witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen
zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid.Mat 23:27
God kijkt echter naar het hart en hij
ziet wie van harte God en de gemeenschap liefheeft ja, zo liefheeft dat hij
wil sterven aan zichzelf. Wie dit in het midden van alle kenmerken
van oudsten en leiders plaatst ziet dat de autoriteit verschuift van
menselijk respect naar geestelijk dienen. Geestelijk leiderschap kan
weerstand oproepen bij vleselijke mensen. Vleselijke mensen zoeken
uiterlijke kenmerken in een leider. Ze zoeken geestelijke
spierballen, uiterlijk geestelijk vertoon. Zoals Samuel in eerste
instantie zocht bij de zonen van Isaï. (1 Sam 16:6,7)
Een hart voor Gods gemeenschap hebben
betekend dat je als leider lijdt als de gemeenschap lijdt. Je wil er
alles aan doen om waarheid te brengen waar de leugen regeert. En om
licht te brengen waar mensen in het donker rondwandelen. Je draagt
olie met je mee om wonden te verbinden, de olie van Gods Geest. Ten
allen tijd ben je bereid om verantwoording te dragen voor de
gemeenschap.
Verantwoording betekent dat je staat
voor wat je doet. Je spreekt niet alleen over betrouwbaar zijn of
getrouw in kleine dingen. Nee je bent getrouw in kleine
dingen. Het is niet zo dat je vandaag tegen Karel zegt dat je het
volledig met zijn visie voor pastorale zorg eens bent en vervolgens
de volgende dag tegen Jolanda (die een hele andere mening heeft) zegt
dat haar mening ook goed is. Betrouwbaar en verantwoordelijkheid
laten altijd iemand in een rechte lijn lopen. Het zorgt ervoor dat de
communicatie duidelijk is. Als iemand leugens zou spreken zou dat
direct opvallen maar als iemand zich op de vlakte houd en nuance
verschillen aanbrengt en zo gladjes overal langs glipt dan valt dat
niet direct op. Maar dit is wel een eigenschap die God niet
welgevallig is. God handelt open en eerlijk en spreekt niet met 2
monden en dat verwacht Hij ook van zijn dienaren. (1 Tim 3:8) Mensen
moeten weten waar je voor staat als leider. Je bent een voorbeeld
voor de gemeenschap in de inzicht die je hebt over wat er in de
gemeenschap gebeurd net zoals Petrus en Paulus. En je kun net als
hen het uitleggen en richting geven.
Wie naar de Heilige Geest handelt laat
Zijn vruchten zien (Gal 5:22) en ze zijn in staat te onderscheiden
wat belangrijk is (Fil 1:10) en wat Gods wil is (Rom 12:2) en
daarnaar ook geestelijk te handelen door te bemoedigen (1 Thes 5:14)
te vermanen (1 Tim 4:13) en op te bouwen (1 Thes 5:11).
Ze zijn als Nehemia die met behuilde
ogen bij de k(K)oning komen als Jeruzalem (de gemeenschap van
christenen) in puin ligt. En zijn bereid op de bres (zwakke plek) te
gaan staan als Ezechiel en te roepen waar de vijand binnenkomt. Als
Jeremia roepen ze op niet naar Egypte (het vlees) te vertrekken maar
Gods leiding te volgen. Zoals David maken ze plannen voor de opbouw
van het geestelijk huis (kerkgemeenschap). Net als Paulus maken ze
geestelijke zonen (en dochters) die ze stimuleren/begeleiden om zelf
leiders te worden.
Ze hebben empathie, daadkracht,
geestelijke visie en inzicht.
Dat is geestelijk leiderschap.