maandag 6 oktober 2014

God vrezen

We hebben allemaal geleerd dat Jezus, God, liefde is. Hij had ons zo lief dat Jezus Zijn leven gegeven heeft. Maar laten we niet vergeten dat de reden dat Jezus Zijn leven gaf, ons zondig hart is. Ons hart is van nature - ons oude ik- zondig. Alleen God kan ons redden van ons eigen hart, van onze eigen zondige natuur.

Willen we in Gods autoriteit wandelen dan moeten we ons bewust zijn dat wij sterven aan onszelf. Wie inziet dat Zijn eigen natuur niet Gods wil wil doen van nature (Rom 7:23) ziet ook in dat hij of zij zich moet onderwerpen aan God om de duivel te kunnen weerstaan. (Jak 4:7) Onderwerpen houdt in dat we verstaan dat God heilig is en niet de met de minste zonde kan samenleven.

Vrees voor de Heer is onderdeel van het leven met Christus. Je bent overweldigt door wat de heiligheid van God betekent dat je geen zonde wil doen. In onze moderne gemeenschap is het niet politiek correct om van zonde te spreken. Nog minder spreken we over het vrezen voor God. Nu kan de vrees voor God inderdaad verkeerd worden uitgelegd. Als wij in Christus zijn (oprecht bekeerd) dan is Zijn bloed wat ons de vrije toegang tot God de Vader geeft. Maar als we vergeten de reiniging van onze vroegere zonden, dan missen we de bedoeling en zin van ons leven. Wij zijn gered. Gered van zonde. Bidden wij dat anderen ook gered van zonde worden? En dat wij heiliger worden, namelijk groeien in geloof?

In onze kerken, kerkgemeenschappen moeten we God vrezen. We moeten zo overweldigt zijn van wat Zijn heiligheid betekent dat we begrijpen dat onze zonde, en zonde in het algemeen, onze toegang blokkeert tot God de Vader.

Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God 2 Kor 6:16- 7:1